Sporen in de lucht (3)

Aan alles zit een houdbaarheidsdatum, maar het product gaat vaak langer mee dan de uiterste dag die genoemd wordt. Met een beschaving is het precies zo. Wat daar van overblijft, na het consumeren, conserveren we. Zo verschijnt de geschiedenis in artefacten, in verhalen en studies en stroomt ze ongemerkt door ons bloed en de genen.

Op dat wat een datum heeft kunnen we inzoomen en uitzoomen. Charles and Ray Eames hebben daar ooit een mooi filmpje over gemaakt. The Powers of Ten. Ons leven begint met een datum en langs die tijdlijn spelen lichaam en geest een oefenwedstrijdje met zichtbare- en onzichtbare gebeurtenissen. In het tussengebied zijn we de wisselspeler.

We meten onze krachten. Zijn druk doende met dat wat optreedt, gebeurt, en plaatsvindt. We geven acte de presence, vertonen ons, figureren of acteren. Na al dat friemelen en frutselen trekken wij een streep onder de rekening. Want zelfs als het spel een rite is, zijn er knikkers. Met een tastbare- of onstoffelijke opbrengst.

De constante in ons verhaal is de verandering. Alles wat in de tijd wordt gezet kent een ritme. Van opkomst en verval. Zo reizen we langs een meetlat. Een afspraak weliswaar, over de punten die we zetten. Kun je een generatie meten in meters of milimeters? De geschiedenis wordt in de Westerse wereld gezien als een spoor van de vooruitgang.

In dat verschijnen en verdwijnen, in dat aantreden en afscheid nemen vinden we onze tijdelijke bestemming. Niets blijft of beklijft voor altijd. De inspanning die een stad zich moet getroosten om een luchtspoor aan te leggen in 1870 is enorm. Het resultaat is een verbinding die mogelijkheden creëert. Nieuwe wegen opent. Voor zolang het duurt.

In zowel de geschiedenis van het luchtspoor als van de stad dansen opkomst en verval een choreografie van gedaanteverwisseling. Uiterlijk en innerlijk buitelen de omwentelingen over elkaar. Rust vind je alleen in de beweging. De vraag hierbij is een kwestie van snelheid. Gaan we gestaag voorwaarts, staan we stil of hebben we haast?

De microkosmos van het individu en de macrokosmos van een samenleving spiegelen elkaar. We zijn onderdeel van een geheel en van een deel van een geheel en dat alles vindt weer zijn plek in een nog groter geheel. Daartoe moet ik mij verhouden. Zo heeft de tijd net als leeftijd een rol in het perspectief dat we winnen. Het leven is spel, geen wedstrijd.

En dan staan we weer op straatniveau. Daar heeft het leven het voor het zeggen door een voortdurende interactie met de omgeving. Toch is dat maar één deel van een strijd om en in het bestaan. Aan de oppervlakte zien we de historische feiten, maar in de onderstroom, in de diepte van wensen en verlangens, komen we bij de kern. Of bij het wezen.

Je plek vinden. Verbinding helpt daarbij. Of het gaat om een luchtspoor, een familieverband, de omgang met gelijkgestemden of de strijd met tegenstrevers. Een context maakt contact mogelijk. Zo ontdek je je kracht of je zwakte. Waarbij de laatste niet de mindere is van de eerste. Gaat het om tijdverdrijf of gedoe? De karavaan trekt verder.

17 gedachten over “Sporen in de lucht (3)

Voeg uw reactie toe

    1. Jazeker André Koch, maar de vraag blijft waarom we dit fenomeen uit de openbaarheid hebben gehaald. Is onder de grond dan zo tegendraads modern? 😉

      Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑